Disticha

 

Kon ik maar de taal van de bloeiende rozen begrijpen,

dan zou de roos van mijn ziel opengaan tot haar geluk.

 

Leg je gespikkelde veren zacht in de donkere aarde,

spreeuw, die op het balkon door mijn nalatigheid stierf.

 

Kerk van Paschalis met de pelikaan in het boogveld.

In de Mariakapel: dáár vind ik rust voor mijn ziel.

 

Boven het huis staat de ster die de oosterse koningen volgen.

Wat brengen zij voor het Kind? Wierook en mirre en goud.

 

Wat ik geleerd heb van het filosofische leven:

Eros te leiden naar ‘t doel zoals de vogel zijn vlucht.

 

Zoals de nachtegaal in de winter trekt naar het zuiden,

trekt ook mijn ziel in haar zang naar het Argivische land.