Na het zwemmen alle klemmen
de snavel tussen het verenkussen,
en kopjes gebogen gaan de ogen
sluiten en de wind komt fluiten
een wiegelied door ’t oeverriet.
Even ontwaken en zachtjes kwaken
bij ‘t genaken van mensenvoet. –
Dan is ’t goed en trekt de toom
in duizelvluchten door de luchten
van een verre droom.