Ik gaf mijn laatste les en ging naar huis,
en nam toen de trein naar het noorden,
op zoek naar het orakel dat de woorden
spreken zou: de hoge wil van Zeus.
Ik zag er akkers vol met korenaren
en ging langs schapen over stille weide,
maar ik vond geen uitlegger die mij de
woorden van de god kon openbaren.
Toen kwam ik bij een oude eikenboom,
die hoogbladig stond aan een stroom.
Daar werd het orakel mij gegeven:
“Mijn woorden zijn de blad’ren in de wind.
Luister naar hun ruisen heel uw leven
en blijf leiding geven aan het kind.”